Zelf-educatie
Zelf-educatie op gevorderde leeftijd: de rol van de ziel
Een verkenning van wat Inayat Khan ons vertelt over de kracht van de jeugd
die nog steeds in je huist: Leren van de jeugd
Op deze site zijn we onderweg op een verkenningstocht naar de betekenis van de Boodschap van Hazrat Inayat Khan voor het leven van alledag, nu. Op zoek naar de werking van de levenskracht in u en mij. Een kracht die in de jeugd zo duidelijk spreekt. Weten we het nog? Of is hij vergeten of toegedekt onder teleurstelling en zelfs cynisme? Spreekt het ons een taal – de taal van vitaliteit, levenskracht en enthousiasme: warm lopen voor iets, een ideaal? Onderkennen we het in de jeugd om ons heen? In je zelf?
Het kind
Kinderen leren van ons; daar zijn we aan gewend. Laten wij het nu eens omkeren: wat kunnen wij van het kind leren? Van de jeugdige — in elke fase van geboorte tot volwassenheid. Van kinderen om ons heen. Van het kind dat we eens waren. En vooral ook: van het kind in jezelf. Kun je het enthousiasme terugvinden? De gloed, de bezieling? De passie voor iets, voor een ideaal? Het streven om je te ontplooien? Je zielskracht die van binnenuit komt!
Als het over de jeugd gaat praten we er vaker negatief dan waarderend over. Velen zullen ook zo over hun eigen jeugd denken die misschien beroerd was en narigheid meebracht. In Opvoeding (Education)[1] vertelt Hazrat Inayat Khan geïnspireerd over wat hem treft in het kind. Daaruit spreekt een diep inzicht in de menselijke natuur maar ook een wijsheid die daar bovenuit gaat. Tegelijk is het ook gekleurd vanuit de cultuur van die tijd en van zijn herkomst. Laten we eens proberen daarachter te kijken.
Wat mij dan zo treft is hoe — zij ’t vaak versluierd — alsmaar doorklinkt zijn respect voor het kind (of zijn we dat verleerd?), van geboorte tot volwassenheid, in elk stadium; telkens als één geheel wezen, een compleet levend mens. Met een erfenis van licht, zuiverheid en ‘onschuld’. Treffend is ook: met alle potenties in zich, alle groeikracht, blakend van zin in het leven, een krachtig verlangen groot te worden, alles te kunnen bereiken, vanuit een ingeboren ideaal, met een steeds lichtende horizon die al wijkend toch bij je blijft, zich vernieuwt en in elke levensfase een nieuw perspectief biedt. Drijvende kracht, die obstakels overwint, obstakels die onoverkomelijk lijken. De kracht van de ziel. Maar toch, barrières zijn vaak sterker dan dat. Dan volgt een worsteling met het negatieve in de geest, wanhoop dreigt. Maar in het kind komt het nog wel goed; en later?
Het kind kan ook wijsheid tonen, inzicht, hoop, optimisme; dat komt vanuit z’n eenvoud en zuiverheid. Vinden we dat niet in elke levensfase? Ik herinner me hoe bij de uitvaart van een ons dierbare jonge zeekapitein die op zee was omgekomen een meisje van 4 haar moeder vroeg: waarom huil je zo? Zij: omdat hij in het water is gevallen. Het meisje: maar dan is hij toch een zeemeerman? Dan is hij thuis? Ga de bron van de zielskracht weer zoeken. Die vloeit krachtig zodra je die weet aan te tappen.
Een ongewoon idee
Zou het niet boeiend zijn als we dit alles niet zozeer lezen als instructie voor het opvoeden, maar als inspiratie voor jezelf in je eigen vorming, een voortgaand proces je hele volwassenheid lang?: Ook nu dus, al ben je de jeugd wellicht al jaren voorbij. Ook dan wanneer je oud wordt en het leven je misschien niet toelacht. Je bent op zoek, naar je jeugdige kwaliteiten en de energie ervan. En die er nog steeds zijn, denk ik. Of hebben we die als kinderlijk opzij gezet? Want, zo hebben we geleerd, we leren van ‘het echte leven’, de ervaring is de leermeester, weg met de illusies en idealen. En daarom óók op zoek naar al wat je in de weg is komen te staan. Onder ogen zien wat in de weg staat. Je ziel terugvinden – die het licht is op je pad, je levenskracht.
De ziel: erkenning van het Zelf
Daarom even een kijk vanuit het mensbeeld van Inayat Khan. Die zegt, heel beknopt: ‘ik ben mijn ziel. Mijn lichaam, mijn denkvermogen en mijn hart zijn mij geschonken als mijn instrumenten om door het leven te gaan’. Een soefi antropologie.
Wat is de ziel, nog eens? Ze is een straal van het goddelijk licht, een partikel van de AlZijnde, het enige Wezen. (Zie het artikel elders in het blog (Bewustzijn). Het enige wezen, volmaakt rustend in zichzelf. Maar vol energie die uitstraalt vanuit de ziel, in uiterste verbondenheid met elkaar.
Die straal die daarvan uitgaat is energie, beweging, dynamisch. Ze is op zoek. Zij is een en al kracht, die zich wil manifesteren en zich daartoe bedient van de genoemde instrumenten: lijf, denken, hart. De ziel belevendigt deze, en uit zich in bv de wil. Niet alleen de mentale wil maar ook wat het lichaam wil, of het hart. En daarachter de goddelijke wil die alles in zich verenigt. Het is de levenskracht die voortdurend werkzaam in al deze aspecten.
In dit opstel ben ik dus op zoek naar de werking van de ziel als de levenskracht die mij geboren deed worden, mij motiveert, draagt en energie geeft. Erken ik mijn aard, de goddelijke natuur van de ziel? Waar het vervolgens om draait is wat ik daarmee doe: zijn die instrumenten gereed voor dat doel?
De werking van de ziel als levenskracht
Hoe werkt de ziel nu door in je leven als compleet mens via je lichaam, je denken en je voelen, je hart?
- Fysiek drijft het je hele organisme aan, houdt het in evenwicht en werkt helend bij ziekte en verstoring. Het heeft een potentie die je kracht geeft om je beperkingen te overwinnen.
- Mentaal, bijvoorbeeld in het vermogen om in het redeneren helderheid te krijgen. Je geheugen te klaren. Verder voedt het je wil en geeft er richting aan; een kompas waarmee je door alles heen kunt komen. Wat licht doet schijnen wanneer verwarring toeslaat, helderheid schept wanneer de mist je ondoordringbaar omhult; dat daarmee toegang geeft tot inspiratie en creativiteit.
- In het gevoelsleven is het de liefdeskracht van het hart, dat straling en gloed geeft aan een schoonheidservaring, en van een gewoon samenzijn harmonie maakt.
Spiritueel gezien gaat het om de ziel die als een lichtende straal ons geboren deed worden en zich in verrukking kenbaar maakt.
Dit alles geldt als een stil vermogen. In de praktijk is dat niet altijd werkzaam is; een potentie dus. Want de werkelijkheid ziet er doorgaans anders uit. De zielskracht verschuilt zich achter de beperkingen van lichaam, denken en voelen. En dat moet ook wanneer je jong bent en je de wereld en het zelf leert kennen. Maar kinderen, jongeren tonen telkens weer kenmerkende neigingen (trends) die wijzen op een soort kracht, een afstemming die vrij baan gegeven kan worden. Als die afgeremd wordt, of zelfs afgesloten, wordt een levensader quasi afgesneden die zo essentieel is om mens te worden.
En als je volwassen bent? Dan is het een taak om die ader weer te openen. Een mooie taak, je leven lang. Daarvan ga je niet met pensioen. Waarin ligt die taak? Bijvoorbeeld door je die jeugdige energie en afstemming te herinneren, op te roepen, te bezinnen. Of te onderkennen dat er licht is geweest dat nu maar dim is, verborgen achter dichte gordijnen, opgesloten achter dichte luiken. Als het ware begraven. Of het op te sporen en waar te nemen in kinderen en jongeren om je heen.
Hoe werkt de zielskracht in de loop van de jeugd?
We gaan verder op zoek naar wat je kunt leren van de jeugd. Wat mij zo treft in de jeugd is de oorspronkelijke levenskracht die zich daar zo onverbloemd uitdrukt, ja zichtbaar is. Dat kun je in elke levensfase waarnemen: baby, kleuter, kind, puber, jongere, tot in de adolescentie. Het is levenskracht, de zielskracht. Dat is het vermogen dat je de draagkracht in je leven schenkt, wat je in leven houdt, dat je het leven heeft gegeven. Pregnant uit het zich in een positieve levenshouding: ergens voor gaan, positief gemotiveerd zijn. Er om geven. Een uiting van liefde zelfs. In vertrouwen – kenmerk van het kind, en van de wijze.
Denk aan de haast verborgen glimlach van het pasgeboren kind. Kijk het in de ogen. Het heeft een glans als van elders. Is het niet je eigen ervaring dat het een sfeer als het ware van daar meebrengt? Een die heel eigen is? Het heeft iets van vrede, stil geluk, want het weerspiegelt zijn eigenlijke natuur. Licht is zijn aard, een spiegeling van hemelse sferen. Dat is wat het is, het is zijn blijvende aard die geleidelijk steeds meer bedekt raakt.
Want het bewustzijn gaat zich allengs aanpassen aan het ritme, de afstemming, en de hardheid van de wereld. Naarmate het kind zich daar steeds meer van bewust wordt wijkt die glans naar de achtergrond. Andere lagen komen eroverheen. Het licht wordt bedekt en vergeten. Toch blijft het aanwezig en merkbaar in de levenskracht.
Dat vermogen uit zich in de lichamelijke ontwikkeling, in de ontdekking van het denken, in de verkenning van de wil die zich uit in wilskracht. De ontdekking daarvan brengt een nieuw bewustzijn: het ik, de ontdekking van de wil en de kracht ervan. Die levenskracht uit zich ook in de hartkwaliteiten, ontvangend zo gevend: de liefde en zorg die het ontvangt, de ontdekking van het geluk van het geven, Het ervaart de eigenheid van het zelf, herkent die van een ander kind, dat gelijk is en toch anders. Botsend soms, maar ook de ontdekking van het samen zijn: herkenning, sympathie, vriendschap, de basis voor broederschap.
Helaas worden deze ontwikkelingen afgeremd of zelfs bedorven door onze cultuur van competitie, individualiteit en gerichtheid op het ik en het materiële. Niet te vergeten het commerciële dat steeds meer ook de vroege jeugd doorsijpelt. Inayat Khan ziet de schoolgang liever veel later dan nu gebruikelijk is, zodat hart, denken en ziel zich in vrijheid kunnen ontwikkelen tot rijpheid. Is het mogelijk deze schade te traceren en te repareren, waar mogelijk? Een uitdaging.
Denk aan je vroege kinderjaren toen je kon ontdekken, spelen, opgaan in fascinerende dingen, vreugde en plezier ervaren naast oncontroleerbaar verdriet. Maar ook kwaliteiten als respect en nadenkendheid. Toekomstvisies, een perspectief van optimisme, vertrouwen dat het goed komt. Bedenk wat voor idealen je ontdekte, koesterde – en weer losliet: er opende zich een nieuw perspectief. Materiële verlangens, verlokkende ideeën, hoog stemmende gedachten, beelden, klanken, die je meenemen. Later denk je die wereld niet te kunnen terugroepen; het is voorbij, de glans is er af, we zijn ‘wijzer’ geworden. Of kunnen we die vernieuwende stroom terugvinden, de zielskracht die nieuwe perspectieven opent. Kun je het roer omgooien, geïnspireerd door je kindertijd?
Denk aan je late kindertijd, zeg 10-12; word weer nieuwsgierig en kijk fris naar wat je identiteit uitmaakt. Vertel jezelf over de natuur, hoe je er deel van uitmaakt, ermee communiceert, hoe het voelt vanuit een onbeïvloede zintuiglijkheid. Verwonder je over het dagelijkse leven, zijn rituelen en gewoontes, maak kennis met je land, de mensen, je familie, wie ben je (fysiek, mentaal, gevoel, je ‘allerinnerlijkste wezen’), je aanleg. Waar zitten je kwaliteiten, welke zijn het: moed, gezond verstand, verantwoordelijkheid, je godsbesef, religie, idealisme, plichtsgevoel, consideratie. Opmerkelijk welke potenties Inayat Khan aan het rijpende kind toedenkt. Hoe het leert zijn/haar werkjes te doen, in concentratie en toewijding.
Weet je nog hoe nieuwsgierigheid je opriep tot ontdekken en verkennen, bv van je omgeving maar ook van jezelf, je anders zijn dan anderen, je eigenheid. De fascinatie dat al dat nieuwe binnen bereik leek. Een uitdaging die je aanging om iets te bereiken. Ook herinneringen aan strijd en conflict, en dan te denken hoe je het nu anders doet. Allemaal uitdagingen aan de volwassene.
Denk aan je puberteit (zeg 13-15), een tijd van innerlijke en uiterlijke strijd om (alweer) je identiteit — verwarrend, onzeker. Een heel nieuwe wereld doet zich voor, spannend, zowel fysiek als mentaal en in het gevoel, ook al ontwakende seksualiteit. Soms een eerste bewust gevoel van het ‘andere’, voorbij het fysieke en mentale, misschien een weten (spiritualiteit). Maar vooral de ontdekking van een cultuur van de mind, denken en voelen. Je prille aandacht voor verbeelding en schoonheid, de fascinatie van het denken, de kracht van de wens, de ontdekking van de wereld van het redeneren: het waarom. Een prille nadenkendheid. Het aardse, de wereld fascineert, wordt dominant en zet zich daarna vast.
Denk aan je ontluikende volwassenheid (vanaf 16 jaar, bv). Al was je nerveus, rusteloos en opgewonden, er was ook de ontdekking van je begrip voor de omvattendheid van je begrip. Een rijping van je denken en een ontdekking van de geest. Leren omgaan met sterke impulsen.
Kun je je nog verwonderen zoals toen? Bedenk hoezeer indrukken je karakter gevormd hebben, indrukken van lijfelijkheid, materie, gedachten, emoties, schoonheid, liefde, en realiseer je dat je met deze aspecten van je karakter kunt werken, deze bewerken tot een schoon geheel.
Maar je kwam ook terecht in periodes waar het lijkt of de ziel is gestorven, dood, begraven; de ziel opgevat als die levens- of zielskracht. Dat zet zich vast in de jong-volwassenheid. En kan voortduren, waardoor het leven kleurloos dreigt te worden. De tragiek van volwassenheid.
Maar dat is een schijndood. Want die zielskracht blijft werkzaam, veelal in het verborgene.
Hij kan ook weer tot leven gewekt worden, namelijk als je hem tot je bewustzijn toelaat. Een nieuw perspektief!?! Haal de bedekking weg en het licht straalt je tegemoet, meestal via een kiertje, of een beslagen ruit, een donker geschilderd glas. Hoe? Herinner je die levenskracht die je in je jeugd er telkens weer bovenop bracht; de groeikracht die door alles heen breekt. Zoek het licht op, laat het je hart doorschijnen, je denken verlichten. Tracht jezelf transparant te maken, eerst doorschijnend, dan doorzichtig, zodat in je denken en voelen, in je hele lichamelijke zijn dat licht doorkomt, meer of minder. Denk aan de roep van Jezus te worden als het kind: herwinnen van zuiverheid. Blij de wereld in te blikken, ontdekken, proberen, verkennen, voorbij de grenzen opgeworpen door jezelf of je omgeving, de weg naar je ware identiteit.
Wat mij zo fascineerde in deze korte verkenning is een wijder begrip van wat de ziel is – en vooral wat zij vermag. Want meestal hebben we oog voor de diepte, haar ware wezen. Maar beperkt als we zijn om die diepte te ervaren wordt de ziel een abstract begrip. Echter, de ziel als levenskracht is een levende ervaring, hier en nu, overal in het leven van alledag.
[1] Het Nederlandstalige Opvoeding is momenteel niet verkrijgbaar. Zie verder het Engelstalige origineel:
Hazrat Inayat Khan, The Sufi Message, vol. III, Education, p. 111-113. Ook in de Indiase uitgave.